nmi1 fas
orde

Overtoom 538hs

1054LL Amsterdam

020 618 76 43

en

Kerkenbos 1037

6546 BB Nijmegen

(extra bespreeklocatie)


en

Amsterdam

Overtoom 538hs

1054LL Amsterdam

020 618 76 43


Nijmegen

Kerkenbos 1037

6546 BB Nijmegen

(bespreeklocatie)

Niet eens over verhuizing kind?

In beginsel moet de ouder bij wie het kind zijn/haar hoofdverblijf heeft in de gelegenheid zijn om elders een bestaan op te bouwen en, samen met het kind, te verhuizen. Toch is verhuizing niet altijd zo maar mogelijk. De keuze van de ouder om te verhuizen dient gebaseerd te zijn op gerechtvaardigde belangen van deze ouder en de beslissing hiertoe kan niet lichtvaardig worden genomen. Het belang van de betrokken kinderen moet hierbij een grote rol spelen, vooral als de verhuizing betekent dat het kind zijn/haar vertrouwde omgeving zal verlaten en er minder contact mogelijk zal zijn met de achterblijvende ouder.

Indien de andere ouder gezag heeft over het kind, dan is voor een verhuizing diens toestemming vereist. Als gescheiden ouders met gezamenlijk gezag niet eens kunnen worden over de verhuizing van het kind, dan kan de ouder die wil verhuizen een verzoek tot vervangende toestemming bij de rechter indienen. Zo’n verzoek plaatst de rechter voor een vaak lastige afweging van de betrokken belangen. In de rechtspraak zijn inmiddels criteria ontwikkeld aan de hand waarvan de voorgenomen verhuizing wordt beoordeeld.

De rechter zal bij de beoordeling van een verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing alle belangen afwegen: de belangen van de ouder die wil verhuizen, de belangen van het kind en de belangen van de achterblijvende ouder. De rechter zal rekening houden met alle omstandigheden van het geval en aan de hand van de navolgende criteria een beslissing nemen over de vervangende toestemming:

  • de noodzaak om te verhuizen;
  • de voorbereiding van de verhuizing;
  • de continuïteit van de zorg na de verhuizing;
  • de frequentie van het contact tussen de kinderen en de andere ouder voor en na de verhuizing;
  • de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing;
  • de geboden alternatieven ter compensatie van de gevolgen van de verhuizing;
  • de mate waarin ouders in staat zijn met elkaar te overleggen;
  • de leeftijd van het kind, zijn/haar mening en de mate waarin het kind geworteld is in zijn/haar omgeving of juist gewend is aan verhuizingen.

Het blijft onvoorspelbaar hoe de belangenafweging in een verhuiszaak zal uitpakken, doch aan de hand van deze criteria kan een verzoek om vervangende toestemming deugdelijk worden gemotiveerd of kan tegen een dergelijk verzoek met succes verweer worden gevoerd door de andere ouder. De advocaten van BSS Familierecht hebben veel ervaring met dergelijke zaken en staan staan u hierin graag bij.

Beter nog dan procederen, is om eerst te trachten in onderling overleg de (nadelige) gevolgen van de gewenste verhuizing voor het kind en de andere ouder te voorkomen en hiertoe samen met de andere ouder tot een regeling te komen die zoveel mogelijk recht doet aan alle betrokken belangen. Voor begeleiding bij het bereiken van een dergelijke regeling kunt u terecht bij één van de advocaat-mediators van BSS Familierecht.

 Meer weten? Neem dan contact met ons op om te bespreken wat u het beste kunt doen.